Normandische appeltaart

De appeltaart is een veel voorkomende taart op feestjes en verjaardagen, maar om nou elke keer dezelfde taart op tafel te zetten is ook zo saai. Daarom nu een leuke variant die ook nog eens makkelijker te maken is. Doordat je het deeg onderop verdeelt met de appeltaartjes er bovenop, krijg je geen problemen met de verdeling van het deeg (gebeurt mij altijd). Een extra voordeel is dat je een extra dikke laag koek hebt, dit is namelijk mijn favoriete deel van de appeltaart.

Ingrediënten:

260 gram bloem

120 gram witte basterdsuiker

½ ei

1 theelepel bakpoeder

160 gram roomboter, in blokjes

Snufje zout

Schil van 1 citroen

3 appels (goudreinette)

50 gram suiker

1 theelepel kaneel

Citroensap

1 à 2 eetlepels abrikozenjam

Ronde springvorm met kartelrand

Bereiding:

-       Roer het bakpoeder, zout en de bloem door elkaar. Voeg nu de roomboter, citroenrasp, suiker en het halve eitje toe. Mix dit eerst met een mixer even door (gebruik de deeghaken) en ga vervolgens verder met je handen.

-       Kneed goed totdat je een mooie deegbal hebt en leg deze 30 min in de koelkast. Wikkel het eerst even in wat folie en maak het deeg goed plat.

-       Schil vervolgens de appels en snijd ze in partjes. Meng de appelpartjes met wat citroensap, de 50 gram suiker en wat kaneel.

-       Vet de springvorm in en verwarm de oven op 170 graden.

-       Haal het deeg na 30 min uit de koelkast en duw het met je handen in de vorm. Zorg ervoor dat de hoogte overal ongeveer gelijk is. Verdeel nu de appelpartjes in een waaiervorm over de taart en zet hem een uurtje in de oven.

-       Zodra de taart klaar is verwarm je de abrikozenjam met wat water in een pannetje. Strijk dit met een kwastje over de appeltjes zodat je een mooi glans laagje krijgt. Nog even laten afkoelen en je kunt genieten van een heerlijk taartje!